Oordeelsvormende raadsvergadering

De najaarsnota geeft een tussentijds overzicht van het lopende begrotingsjaar. In de najaarsnota staan de voortgang en verwachte afwijkingen van de in het voorjaar geactualiseerde begroting. Het college legt de najaarsnota voor, de gemeenteraad stelt deze (eventueel gewijzigd) vast.

Jaarlijks dient het normenkader geactualiseerd te worden. Het normenkader is zowel voor de accountant als de (verbijzonderde) interne controle van belang om een oordeel te kunnen geven over de (financiële) rechtmatigheid. Voor het boekjaar 2022 maakt het oordeel op de rechtmatigheid nog onderdeel uit van de accountantscontrole. Met de aanstaande wetswijzing gaat dit vanaf het boekjaar 2023 veranderen. De accountant zal dan alleen nog controleren op getrouwheid. Vanaf 2023 moet het college zelf verantwoording over de rechtmatigheid afleggen aan de raad. Dit gebeurt middels de rechtmatigheidsverantwoording. De accountant zal wel de getrouwheid van deze verantwoording controleren.

Voor een tijdige en juiste aanslagoplegging dienen de belasting en leges tarieven voor 2023 te worden vastgesteld.

De verordeningen 6a tot en met 6i vast te stellen.

Dit voorstel betreft het opzetten en inrichten van een ter zake specialistisch ontwikkelingsteam voor het versnellen en realiseren van woningbouw in de gemeente Opmeer en de dekking van de hiermee gepaard gaande kosten. In eerste instantie voor een periode van maximaal vier jaar en met een specifieke gerichtheid op het ontwikkelen van woningbouwlocaties.

1. het college op te dragen om binnen zes maanden een ontwikkelingsteam voor woningbouw in te richten middels het aantrekken van één of twee kwartiermakers die tevens tot taak krijgen de reeds lopende (woningbouw)plantrajecten verder te brengen;
2. de kosten voor deze kwartiermakers respectievelijk de beoogde organisatie, geraamd op € 2,2 miljoen voor de komende 4 jaar, ten laste te brengen van de reserve grondbedrijf, onder het uitgangspunt dat deze reserve ten minste voor een vergelijkbaar bedrag wordt aangevuld uit de woningbouwprojecten;
3. het college op te dragen om de gemeenteraad per kwartaal te informeren over de voortgang van de (woningbouw)planontwikkeling met een voortgangsrapportage.

Het huidige beleidskader is verlopen en derhalve is het noodzakelijk/verplicht een nieuw kader op te stellen. Het Regionaal beleidskader ‘Zorg voor de Jeugd 2022-2026’ is een vervolg op het vorige beleidskader ‘Zorg voor de Jeugd’ waarin we een basis leggen voor verdere regionale samenwerking.

1. het regionaal beleidskader ‘Zorg voor de Jeugd 2022-2026’ vast te stellen.

Gemeenten zijn op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht om afspraken over de uitvoering van de Wmo vast te leggen in een verordening. De nadere uitwerking hiervan geschiedt in de nadere regels. De huidige verordening en nadere regels Wmo van de gemeente Opmeer dateren van januari 2020 en zijn niet meer actueel als gevolg van knelpunten in de uitvoering van de Wmo. Met deze reden wordt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2020 herzien.

1. De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023 vast te stellen met ingang van 1 januari 2023 onder intrekking van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2020.

De Westfriese regiogemeenten zijn als gevolg van de landelijke doordecentralisatie van Beschermd Wonen en Beschermd Thuis vanaf 2022 zelf inhoudelijk medeverantwoordelijk en vanaf 2024 zelf financieel verantwoordelijk. In Westfriesland is er in de samenwerking besloten dat de Westfriese gemeenten ook na de doordecentralisatie gezamenlijk Beschermd Wonen en Beschermd Thuis blijven uitvoeren (raadsbesluit doordecentralisatie d.d. 12 februari 2020). Om de taken omtrent Beschermd Wonen en Beschermd Thuis uit te kunnen voeren door het Regionaal Toegangsteam, is er een verordening Beschermd Wonen en Beschermd Thuis nodig. Dit betreft een regionaal voorstel en wordt aan alle colleges voorgelegd.

1. De Verordening Beschermd Wonen en Beschermd Thuis gemeente Opmeer 2023 vast te stellen.

Op de verbeelding van het bestemmingsplan is abusievelijk een aantal stroken grond niet bestemd tot Bedrijf, terwijl dit wel volgens het eerder opgestelde inrichtingsplan de bedoeling was. Deze fout zal dan ook hersteld dienen te worden, door een nieuwe, aangepaste verbeelding van het bestemmingsplan bedrijventerrein De Veken 4 vast te stellen. Voor de inrichting van de openbare ruimte op het bestemmingsplan De Veken 4 heeft het herstellen van deze fout geen verdere ruimtelijke consequenties.

1. dat de bestemming van de drie stroken grond die op de verbeelding van het bestemmingsplan bedrijventerrein De Veken 4 als “Verkeer” en als “Groen” zijn aangewezen, zoals opgenomen in de bijgevoegde aangepaste verbeelding, wordt gewijzigd in de bestemming “Bedrijf”.
2. het bestemmingsplan bedrijventerrein De Veken 4, NL.IMRO.O432.BPVeken4-VA02, gewijzigd vast te stellen.